What Fun ? Whose Fun ? Girls just want to have fun !
Wunderliche
Geschichten
vom
Salzburger Land
Uitstapje
Chapter
Red
Hats
Limbourgh
en
anderen
naar
Salzburg en omgeving 13-9-22 t/m 18-9-22
Eindelijk
was
het
dan
zover.
Door
corona
had
het
extra
lang
geduurd
maar
nu
was
dan
eindelijk
het
tijdstip
aangebroken
dat
de
paarsrode
golf
over
‘s
lands
grenzen
uit
zou
stromen.
Station
Venlo
om
6.15
uur
was
een
voor
mij
ongekende
aanblik.
Verlaten…
of
nee,
toch
niet
helemaal.
Daar
bovenaan
de
trappen
zag
je
door
de
glazen
deuren
heen
nog
net
een
glimp
van
een
rode
hoed.
Toch
nog
niet
de
eerste,
warempel.
Er
waren
er
al
drie.
Langzaam
maar
zeker
breidde
de
paarsrode
vlek
uit.
Totdat
uiteindelijk
de
verwachte
30
personen
aanwezig
waren.
Nee…
toch
niet,
het
waren
er
slechts
29.
Eentje
had
zich
afgemeld
omdat
manlief
positief
getest
was.
De
reis
kon starten
Vertrek
naar
Oostenrijk
met
de
trein.
Tien
uren
in
de
trein,
twee
keer
overstappen.
Soms
vlogen
we
over
de
perrons.
Maar
uiteindelijk
zaten
we
die
avond
alle
29
achter
een
welverdiend
diner
in
ons
hotel.
En
daarna…
daarna
vielen
we
op
onze
hotelkamer
allemaal
tevreden
als
een
blok
in
slaap.
De
volgende
dag
zou
de
bus
stipt
om
9.00
uur
vertrekken.
Het
ontbijt
moest
dan
al
verorberd
zijn
(wat
een
enkeling
of
twee,
door
perikelen
met
de
wekker,
niet
helemaal
zou
lukken).
Het
feit
dat
de
chauffeur een stoere meid van 24 bleek te zijn, liet menig
rood/paars
hart
zwelgen
van
trots.
Deze
mening
bleek
later
echter
controversieel…
Salzburg
was fantastisch. Onze deskundige gids bleek niet alleen verstand te hebben van de stad en haar
historie
maar
ook
van
de
gedachtenwereld
van
de
vrouw
in
het
algemeen
en
de
rode-hoeden-
draagster
in
het
bijzonder.
Stephan
had
dan
ook
niet
voor
niets
als
opperhoofd
van
het
hotel
al
menige
jaren
ervaring
met
deze
fenomenen.
Nadat
we
nog
even
moesten
wachten
op
dames
die
een
woeste
rijtuigenrit
uitzaten
en
een
enkeling
of
twee
die
de
afdaling
vanaf
de
hooggelegen
burcht
trotseerden,
konden
we
uiteindelijk
toch
weer
alle
29
plaatsnemen
in
de
bus.
Het
diner
was
weer
voortreffelijk
en
het
wijntje
in
de
“Stube”
smaakte
naar meer…
Het
bleek
dat
de
bus
elke
morgen
om
9.00
uur
present
zou
zijn.
Zo
ook
de
volgende
morgen.
De
chauffeuse
had
ons
er
al
op
voorbereid
dat
we
vandaag
een
mannelijke
chauffeur
zouden
hebben.
De
rit
ging
naar
“Burg
Hohenwerfen”.
De
Burcht
was
met
een
lift
bereikbaar.
Na
de
lunch
in
de
ridderzaal
met
een
diepzinnig
gesprek
over
mensen
die
er
letterlijk
en
figuurlijk
uitspringen, waren er de roofvogels. Jammer dat
de
roofvogelshow
vanwege
de
regen
niet
geheel
uitgevoerd
kon
worden,
maar
toch
de
moeite
(de
klim
naar
beneden
en
vooral
weer
omhoog)
waard.
Ook
de
rondleiding
met
Nederlands
sprekende
gids
was
interessant
tot
in
de
gruwelijke
details
van
kerkers,
heksen
en
martelkamers.
En
de
vele
vergezichten
adembenemend
en
niet
alleen
figuurlijk.
Het
waren
behoorlijk
wat
trappen
en
een
ware
uitdaging
voor
degenen
met
hoogtevrees.
Maar…
het
ergste
zou
nog
komen…
De
meesten
gingen
weer
keurig
met
de
lift
naar
beneden.
Maar
de
rode-hoeden-club zou de-rode-hoeden-club niet
zijn
als
iedereen
te
volgzaam
zou
zijn.
Dus
waren
er
een
achttal
diehards
die
het
kronkelpad
bergafwaarts
volgden.
Uiteindelijk
zaten
we
weer
met
z’n
allen
in
de
bus.
Maar
niet
nadat
ons
aller
Roos
(reizende
en
rijzende
Roos,
organisator,
draagster
van
de
verantwoording
en
de
papieren
(samen
met
onze
onvolprezen
Queen
uiteraard))
haar
zorgen
uitsprak
tegenover
de
mannelijke
en
vrouwelijke
chauffeur
over
vrouwelijke
rijkunsten
in
het
algemeen
en
die
van
onze
24-jarige
“freche”
chauffeuse
in
het
bijzonder.
Roos
kreeg
haar
zin,
maar…
naar
later
zou
blijken
slechts
gedeeltelijk.
Tijdens
het
diner
dat
evenals
het
ontbijt
in
wisselende
samenstelling
wat
betreft
tafelpartners
werd
genoten,
kwam
het
belang
van
de
Red
Hat
Society
en
reisjes
als
deze
voor
de
rebelse
vrouw
in
het
algemeen
en
de
alleenstaande
rebelse
vrouw
in
het
bijzonder
ter
sprake.
Die
avond
werd
de
sfeer
in
de
Stube
nogal
bepaald
door
een
enkele
spreekster.
We
zaten
tenslotte
wel
op
elkaars
lip.
Frustraties
werden
langzamerhand
uitvergroot.
Waar
moest
dat heen…
De
volgende
morgen
bracht
de
chauffeur
waar
Roos
ongekend
veel
vertrouwen
in
stelde
ons
naar
de
.
De
rit
was…u
raadt
het
al…
adembenemend.
Ook
vanwege
de
vele
haarspeldbochten
en
de
tegenliggers
op
plaatsen
waar
het
mijns
inziens
onmogelijk
was
om
elkaar
te
passeren.
En
vooral
vanwege
de
diepe
afgronden
daarbij,
dan
weer
rechts
dan
weer
links
naast
ons,
de
steeds
mistigere
sferen.
Een
ritje
rechtstreeks
de
hemel
in.
We
begonnen
Roos
te
begrijpen.
Deze
chauffeur
leidde
ons
geroutineerd
en
met
veel
gevoel
voor
verantwoording
naar
boven.
Boven
aan
gekomen gingen we verder met de panorama -
gondel,
bijna
helemaal
bestaande
uit
glas.
Het
was
een
dag
met
diverse
uitdagingen
voor
mensen
met
hoogtevrees.
Bovenop
de
gletsjer
was
een
restaurant.
We
zaten
nu
op
een
hoogte
van
bijna
3000
meter.
Onze
rode
bloedlichaampjes
werden
extra
aan
het
werk
gezet.
Het
sneeuwde
hier.
De
uitdaging
ging
echter
nog
verder.
Je
kon
via
een
‘trap
in
het
niets’
naar
een
‘glazen
balkon’
waar
je
in
de
diepte
kon
kijken
alsof
je
boven
de
afgrond
zweefde.
Daarna
had
je
de
‘Dachstein
hangbrug’
die
boven
een
400
meter
diepe
afgrond
hing.
De
brug
was
1
meter
breed
en
100
meter
lang.
Vervolgens
kon
je
naar
een
ijspaleis
onder
6
meter
dik
ijs
met
daarin
prachtige
ijssculpturen
van onder andere een dinosaurus, de Egyptische farao Toetanchamon en de eerste maanlanding.
Het
was
werkelijk
geweldig.
Vervolgens,
via
een
rotspad
en
twee
lopende
banden,
weer
terug
naar
het
restaurant
waar
ondertussen
iedereen
alweer
klaar
stond
om
met
de
kabelbaan
naar
beneden
te
gaan.
Beneden
werd
het
wachten
op
de
bus
dood
geslagen
met
een
bergwandeling
of
een
drankje.
En
een
filosofisch
gesprek
over
de
waarde
van
de
mens
en
het
nut
van
‘jezelf
zijn’,
of
was
het
over
het
nut
van
de
mens
en
de
waarde
van
‘jezelf
zijn’…
Hierna
weer
een
spectaculaire
rit
naar
beneden.
Na
het
diner
gingen
er
acht
uit
onze
groep
(je
moet
niet
te
volgzaam
zijn
toch)
naar
het,
naar
later
zou
blijken,
‘omstreden’
dorpsfeest
in
de
tent.
Ze
werden
gebracht
door
Stephan.
Ook
het
personeel
van
het
hotel
was
daar
aanwezig.
De
rest
was
doodop
na
deze
enerverende
dag
en
verkoos
een
vroegtijdig verblijf op de kamers.
Ondertussen
was
het
al
zaterdag.
Ons
laatste
uitstapje
bracht
ons
naar
de
Wolfgangsee.
De
chauffeuse
was
weer
present.
Het
laatste
stukje
tot
de
boot
konden
we
te
voet
afleggen.
We
hadden
de hele week eigenlijk prachtig weer gehad. Als het al regende gebeurde dat meestal ‘s nachts.
Overdag
hadden
we
nog
elke
dag
ook
zonneschijn
gehad.
Vandaag
echter
was
het
een
donkere
dag.
Eenmaal
op
de
boot
regende
het
zelfs.
Na
twee
haltes
stapten
we
uit
bij
‘das
weisse
Rössle’
waar
voor
ons
gereserveerd
was
voor
de
lunch.
Het
was
een
prachtige
locatie
met
uitzicht
op
het
meer.
Nadat
enkelen
van
ons
hier
nog
wat
gewinkeld
hadden
begonnen
we
aan de wandeling naar de bus.
Weer
naar
het
hotel.
Opgefrist
en
daarna
ons
laatste
diner
hier.
Een
buffet
met
salades,
kaasjes
en
gegrild
vlees.
Heerlijk.
De
conversatie
aan
tafel
ging
over
de
psychologische
effecten
die
uitgingen
van
de
uiteenlopende
gesprekken
met
de
diverse
mensen
van
afgelopen
week.
Het
bleken
veelal
helende
effecten.
Na
het
diner
werd
Roos
gehuldigd
voor
het
werk
dat
ze
verzet
had.
Daarna
werd
Stephan
gehuldigd
met
een
cadeau
voor
zijn
inzet.
Een
cadeau
waarvoor
onze
Queen,
door
weer
en
wind,
hoogst
persoonlijk,
in
haar
uppie
met
uitgave
van
haar
allerlaatste
‘Grosschen’
op
stap
was
geweest.
Een
echt
persoonlijk
cadeau!
‘s
Avonds
voor
de
laatste
maal
naar
de
Stube.
Stress,
ontlading,
Wiedergutmachung.
Naar
de
kamer,
koffer
zo
veel
mogelijk
inpakken.
Zondag
‘s
Morgens
vroeg
uit
de
veren.
Voor
de
laatste
keer
ontbijtbuffet.
De
laatste
onvertogen
woorden
werden
recht
gezet.
Dan
koffer
verder
inpakken
en
voor
de
laatste
keer
om
9.00
uur
de
bus
naar
station
Bischofen.
Het
zou
een
lange
dag
worden.
We
hoefden
maar
één
keer
over
te
stappen
maar
de
reis
zou
wel
een
uur
langer
duren.
En
naar
later
zou
blijken
zelfs
in
totaal
14,5
uur
duren.
Het
laatste
traject
vanuit
Mönchengladbach
moest
zelfs
met
taxi’s
worden
afgelegd.
Wat
we
er
al
niet
voor
over
hadden
om
’s
avonds
weer
in
het
eigen
bedje
te
liggen.
En
daar,
op
het
nachtelijke
station
Venlo,
stopte
de
verantwoording
van
ons
aller
Roos
en
onze
onvolprezen
Queen.
En
toen
de
vele
volgeladen
auto’s
met 28 leden en verwanten de een na de ander het
stationsplein
verlieten,
voelde
ik
me
niet
verlaten.
Daar
op
het
voor
mij
zo
vertrouwde
station
op
dit
nachtelijk
uur.
Ik
voelde
nog
de
warmte
van
de
nabijheid
toen
klokslag
23.30
uur
de
voor
mij
zo vertrouwde auto met chauffeur in zicht kwam. Carin Simons-Vollebergh