Anderen zien als een spiegel
De eerste keer dat ik iemand ontmoet, vorm ik een indruk van die persoon. Dat, wat ik waarneem, is gebaseerd op details, die mijn zintuigen opvallen en ervaringen uit het verleden, die in mijn geheugen zijn opgeslagen. Deze indruk zegt meer over mij dan over de ander. Meestal worden we aangetrokken door mensen, die sterk op ons lijken en weren we die personen, die eigenschappen vertonen, waar we in onszelf een hekel aan hebben. De ander doet ons herinneren, triggert ons, op die vroegere ervaring, dat gevoel of die gedachte. Hoe ik de ander waarneem, heeft dus te maken met hoe ikzelf over de dingen denk en hoe ik die dingen in mezelf heb geplaatst. Als ik me hiervan bewust wordt, kan ik in elke ontmoeting de relatie met mezelf beter leren onderkennen. Ik zou kunnen aannemen, dat de eigenschappen die ik in de ander zo bewonder, in wezen dingen zijn, die ik in mezelf fijn vind. Anderzijds kan ik mensen, die ik negatief beoordeel, beschouwen als geschenken, die mij laten zien wat ik nog niet in mijzelf accepteer. Wanneer ik het leven op deze manier benader, kan ik zowel de mensen op wie ik het meest aan heb te merken, als de mensen die ik bewonder en liefheb, zien als spiegels, die me helpen om delen van mezelf te ontdekken die ik afwijs en om mijn beste eigenschappen te ontdekken. Dit geeft mij de uitdaging om in plaats van het beoordelen van de buitenkant van de 'ander, mijn eigen binnenkant te verkennen en zo nodig te veranderen. Zo plaats ik mijzelf en de ander in een heel ander perspectief. Ik kan de ander niet veranderen, maar mezelf net zoveel als ik wil, dat geeft me vrijheid.
Wil van Schooten